HOME > JAARPROGRAMMA > LEESGROEPEN DF BEV ZUID > RECENSIES > En uit de bergen kwam de echo

gepost 30/04/2021

Leesclub Haasdonk las 

‘En uit de bergen kwam de echo’, Khaled Hosseini

De vliegeraar en Duizend schitterende zonnen werden wereldwijde bestsellers. In zijn derde roman En uit de bergen kwam de echo, toont Khaled Hosseini zich eens te meer een geboren verhalenverteller

 

Met 10 waren ze, de leden van Leesclub Haasdonk, om na te kaarten over dat laatste boek.

Een greep uit het online beeldgesprek.

De eerste algemene indrukken

‘Mooi. Warm’, klonk het, maar niet iedereen was laaiend enthousiast. Sommigen konden zich meer vinden in zijn eerste twee boeken. De ingewikkelde structuur van dit derde boek zat daar wellicht voor een stukje tussen, een meerderheid vond dat een minpunt.

Het boek borrelt van de gespreksonderwerpen:  Afghanistan (uiteraard), maar ook opvoeding, hechtingsstoornis, de houding van het westen tov ontwikkelingshulp, de relatie ouders-kinderen, de omgang in het boek met ‘mismaaktheid’, homoseksualiteit, de liefde / haat tussen twee zussen,…. 

In die onderwerpen vinden de Leesclubleden elkaar, ze werden over en weer verkend.

Over het boek

Tegen de achtergrond van de oorlog in Afghanistan vertelt Hosseini het verhaal van de Afghaanse broer en zus, Abdullah en Pari. Voor de driejarige Pari is haar grote broer Abdullah meer een vader dan een broer. Voor de tienjarige Abdullah is zijn zusje alles. Op een dag worden ze bruut van elkaar gescheiden. Pari wordt door de straatarme ouders noodgedwongen verkocht aan een rijk maar kinderloos echtpaar in Kabul. Die scheiding bepaalt het leven van broer en zus voor de rest van hun leven.

Het gebeuren zet immers een reeks gebeurtenissen in gang die een ontroerend en onthutsend beeld geven van de problemen, het sociaal onrecht, de klassenverschillen en mistoestanden, de wreedheid en het onrecht van armoede, in het landelijke Afghanistan van voor het Afghanistan en extremisme waarmee wij het nu associëren.

Het gebeuren levert een interessante vertelling op, die niet als één verhaal wordt uitgesponnen. Hosseini kiest voor een specifieke structurele aanpak: ieder hoofdstuk wordt verteld vanuit het perspectief van één personage. Abdullah en Pari komen uiteraard aan bod maar daarnaast komt er een keur aan personages voorbij die ieder hun eigen stukje van de puzzel inbrengen. We lezen over hun oom Nabi die achter de breuk zit omdat hij in het gevlei wil komen bij zijn werkgever en over de Griekse arts Markos die later het huis van Nabi huurt. En zo zijn er talloze sprongen. Binnen Afghanistan maar ook naar Parijs, Californië en het Griekse eilandje Tinos. Gaandeweg ontspint zich een verhaal over en weer, waarin mensen elkaar liefhebben, elkaar pijn doen en verraden én zich voor elkaar opofferen. Kortom, niets menselijk is dit boek vreemd. Het is immers een verhaal van gewone mensen die er elk voor zich het beste van proberen te maken.

Hosseini vertelt daarbij met het inlevingsvermogen dat hem zo eigen is, ieder verhaal weer anders. Soms in de derde persoon, een andere keer in de eerste persoon of in de vorm van een brief of interview. Daardoor krijgt ieder hoofdstuk een heel eigen gezicht en krijgt het boek iets van een ‘mozaiëk’. Via talloze lijntjes zijn de personages met elkaar verbonden. Die lijntjes rijgen ook de hoofdstukken aan elkaar.

De keerzijde is dat de auteur het de lezer niet gemakkelijk maakt, die moet 'bij de pinken blijven’.

Over Khaled Hosseini

© Standaard Uitgeverij

 

Het leven van Hosseini leest niet als een alledaags Afghaans verhaal.

Hij werd geboren in 1965. Zijn vader werkt voor het Afghaanse ministerie van Buitenlandse Zaken, zijn moeder is lerares op een middelbare school voor meisjes in Kabul. Als kind leest hij enorm veel, van Perzische literatuur tot vertalingen van buitenlandse romans, van Alice in Wonderland tot de misdaadverhalen van Mickey Spillane. De mooie beeldrijke taal waarin hij later als schrijver zijn verhalen tot leven zal brengen, vindt hier wellicht zijn wortels in.

In 1970 belandt de familie in Teheran, Iran, waar zijn vader voor de Afghaanse ambassade werkt. In 1973 keren ze terug naar Kabul, zijn jongste broer wordt geboren. In 1976 vindt zijn vader een baan in Parijs, Frankrijk. In 1978 komen de communisten aan de macht in Afghanistan, na een bloedige staatsgreep. Vader Hosseini besluit asiel aan te vragen in de Verenigde Staten, rond 1980 vestigt de familie zich in San José, Californië. Ze hebben het er niet breed en leven er een korte periode van de bijstand. Khaled Hosseini voltooit er zijn middelbare school en studeert daarna biologie aan de Santa Clara-universiteit. Aan de Universiteit van San Diego behaalt hij daarna zijn titel als Doctor of Medicine. In Los Angeles voltooit hij zijn opleiding tot internist.

 

Persoonlijke herinneringen uit zijn leven leveren hem inspiratie voor zijn eerste twee romans, De vliegeraar en Duizend schitterende zonnen.

In ‘En uit de bergen kwam de echo’ gaat hij op hetzelfde elan door. De roman situeert zich niet alleen in het landelijke Afghanistan en de hoofdstad Kaboel maar verhuist ook regelmatig naar Parijs (waar hij als kind een tijd leefde, toen zijn vader daar ambassadeur was) en naar de VS, zijn huidige woonplaats en nieuwe vaderland. 

Zijn verhalen zijn fictie, maar de situering in de tijd, de bezochte plaatsen, de karakters zijn duidelijk autobiografisch.

Over de titel van het boek

William Blake by Thomas Phillips

In het nawoord bij het boek verklaart de auteur dat de titel geïnspireerd is door Nurse's Song, twee gedichten van de Engelse dichter, schrijver en beeldend kunstenaar William Blake, waarin de onschuld van de jeugd sterk contrasteert met de hardheid van het latere leven.

 

In het eerste gedicht, Songs of Innocence, is sprake van een zekere welwillendheid of toegeeflijkheid van een kindermeid ten opzichte van spelende kinderen. Zij maant hen om naar huis te komen omdat het tijd is, en geeft aan dat er morgen weer een dag is, maar de kinderen protesteren omdat het nog licht is en zij willen doorspelen. De schapen en de vogels, eveneens symbolen van onschuld en van de natuur waarvan zij net als de kinderen deel uitmaken, zijn immers ook nog actief. Zij geeft hun vervolgens nog even respijt.

When voices of children are heard on the green

And laughing is heard on the hill,

My heart is at rest within my breast

And everything else is still.

Then come home my children the sun is gone down

And the dews of night arise

Come, come leave off play, and let us away

Till the morning appears in the skies.

No, no let us play, for it is yet day

And we cannot go to sleep

Besides in the sky, the little birds fly

And the hills are all covered with sheep.

Well, well go & play till the light fades away

And then go home to bed

The little ones leaped & shouted & laugh'd

And all the hills echoed.

Het tweede gedicht, Songs of Experience, is bitter van toon. De kindermeid hoort de stemmen van de spelende kinderen en denkt met jaloezie terug aan haar eigen jeugd. Door ervaring wijzer geworden, of juist ongevoeliger, roept zij de kinderen nu op barsere toon tot de orde. Het groen van het gras vertoont zich nu in haar gelaat. Zij roept opnieuw de kinderen naar huis, wijzend op de gevaren van de nacht en de verspilling van de kostbare tijd die zij verdoen met hun spel

When voices of children are heard on the green,

And whisperings are in the dale,

The days of my youth rise fresh in my mind,

My face turns green and pale.

Then come home, my children, the sun is gone down,

And the dews of night arise;

Your spring and your day are wasted in play,

And your winter and night in disguise

Lutgart Van Raemdonck 

 

bronnen:

https://nl.wikipedia.org/wiki/Nurse%27s_Song

https://nl.wikipedia.org/wiki/Khaled_Hosseini

www.hebban.nl

www.dewereldmorgen.be

Vertel anderen over ons. Deel deze webpagina met uw netwerk.