"Ik denk dat poëzie iets is als vingerafdrukken 

op het venster, waarachter een kind dat niet kan slapen

te wachten staat op de dag." 

Herman De Coninck

in het gedicht Vingerafdrukken op het venster

Leest u een bedenking over poëzie of stoot u op een mooie omschrijving van wat poëzie is? Stuur het ons toe. Dank u om het te doen. 

juli 2022

Poëzie is een daad . . .

Poëzie is een daad
van bevestiging. Ik bevestig
dat ik leef, dat ik niet alleen leef.

Poëzie is een toekomst, denken
aan volgende week, aan een ander land,
aan jou als je oud bent.

Poëzie is mijn adem, beweegt
mijn voeten, aarzelend soms,
over de aarde die daarom vraagt.

Voltaire had pokken, maar
genas zichzelf door o.a. te drinken
120 liter limonade: dat is poëzie.

Of neem de branding. Stukgeslagen
op de rotsen is zij niet werkelijk verslagen,
maar herneemt zich en is daarin poëzie.

Elk woord dat wordt geschreven
is een aanslag op de ouderdom.
Tenslotte wint de dood, jazeker,

maar de dood is slechts de stilte in de zaal
nadat het laatste woord geklonken heeft.
De dood is een ontroering.


Remco Campert (1929 - 2022)


Uit: Het huis waarin ik woonde (1955)
Uitgever: De Bezige Bij

 

geciteerd in De Morgen 5 juli 2022 n.a.v. zijn overlijden

 

 

'Dichten is liegen op een hoger plan', schreef hij ooit, 'van een mus een zwaluw maken'. In die mus en zwaluw ziet Mirjam Van Hengel in haar In Memoriam in De Morgen het 'perfecte beeld van zijn eigen schrijverschap. Nabij, herkenbaar voor iedereen en licht als de lucht die zijn domein was: "Poëzie is mijn adem." '

De laatste twee regels van 'Poëzie is een daad', een van zijn meest beklijvende gedichten, klinken n.a.v. zijn overlijden, anders dan anders. 

 

Meer weten over Remco Campert? 

LEES HIER MEER OVER HEM

maart 2022

'Poëzie is een daad van verzet. Van bewustwording, van kiezen voor een taal en een identiteit. 

Je kiest voor cultuur, deze gemeenschap, deze natie, deze tricolore. 

Poëzie is ook amorf en kan alle kanten uit en verschillende gedaanten aannemen. 

Wie poëzie toelaat, voelt de macht die ervan uitgaat.' 

 

'Ieder zijn ding, of het nu voor de happy few is of voor de modale sterveling. 

Poëzie is in elk geval het glijmiddel om onuitspreekbare zaken of taboes aan te kaarten en bespreekbaar te maken. 

Dat hoeft niet met het been vooruit, maar het is toch een daad van rebellie.'

 

Mustafa Kör

de nieuwe Dichter des Vaderlands in De Morgen do 24 mrt 2022

Meer weten over Mustafa Kör? 

Maak kennis met de man die het 'een eer' vindt 'om ons land en onze taal te vertegenwoordigen' op de website van VRTnieuws, de website van Poëzie centraal, van Lang zullen we lezen of die van Iedereen leest. 

gepost 05/09/2021

‘Poëzie is een daad - jazeker - maar
het is ook een vorm van zwijgen

ook zwijgen is een daad
het is spreken over wat men
niet zeggen kan

zoals je spreekt over het zien
van je tuin en het is niet de tuin
waarover je spreekt

poëzie is een ontroering’

 

Rutger Kopland 

in  'Poëzie is een daad, gedichten voor Remco Campert', een felicitatiebundel n.a.v. diens 80e verjaardag 

waarvoor 62 dichters een bijdrage leverden.

 

'Poëzie is een daad' verwijst naar het gelijknamige gedicht van Remco Campert, een klassieker en volgens Gerrit Komrij samen met Luceberts ‘Ik tracht op poëtische wijze’ ‘misschien wel het meest gebloemleesde gedicht uit de moderne Nederlandse poëzie.’ 

 

Poëzie is een daad . . .

Poëzie is een daad
van bevestiging. Ik bevestig
dat ik leef, dat ik niet alleen leef.

Poëzie is een toekomst, denken
aan volgende week, aan een ander land,
aan jou als je oud bent.

Poëzie is mijn adem, beweegt
mijn voeten, aarzelend soms,
over de aarde die daarom vraagt.

Voltaire had pokken, maar
genas zichzelf door o.a. te drinken
120 liter limonade: dat is poëzie.

Of neem de branding. Stukgeslagen
op de rotsen is zij niet werkelijk verslagen,
maar herneemt zich en is daarin poëzie.

Elk woord dat wordt geschreven
is een aanslag op de ouderdom.
Tenslotte wint de dood, jazeker,

maar de dood is slechts de stilte in de zaal
nadat het laatste woord geklonken heeft.
De dood is een ontroering.


Remco Campert (1929)


Uit: Het huis waarin ik woonde (1955)
Uitgever: De Bezige Bij

gepost 21/01/2021

Jozef Deleu

 

heeft zijn Nieuw groot verzenboek geactualiseerd. De eerste versie daarvan verscheen in 1976 en kende ondertussen negentien edities, die allen hoge oplages haalden. Het Nieuw groot verzenboek is een thematische bloemlezing rond leven, liefde, dood, ouders,... Elke nieuwe editie is een samengaan van nieuw en oud talent, jong geweld naast de dichters die blijven voor altijd. 

Het is geen evidentie om met groot succes een dichtbundel te verkopen, toch doet Deleu het met elke nieuwe editie opnieuw. In een uitgebreid interview met De Morgen voor de bijlage Zeno, zoekt hij de verklaring voor dat langdurige succes in 

 

"de wisselwerking tussen traditie én moderniteit, waardoor je nieuwe generaties poëzielezers én een breed publiek kunt bereiken. Lezers die op zoek zijn naar gedichten die hen persoonlijk aanspreken en uit het leven zijn gegrepen, daar let ik op. "

"Literair-historische ambities heb ik niet. Wel wil ik de ramen naar de verscheidenheid en de rijkdom van onze poëzie opengooien. Dit impliceert een nogal idealistische kijk op poëzie. Ik ben oud genoeg om me daar niet voor te schamen. Poëzie is voor mij ook een nobele vorm van zingeving, van aandacht voor het immateriële, voor wat ons ten diepste beroert en bezighoudt."

 

 

De nieuwste editie bevat nieuw werk van veel vrouwelijke dichters. "Er is zeer veel nieuw vrouwelijk talentik moet er haast niet naar zoeken, het biedt zich vanzelf aan." Maar ook nieuw mannelijk talent dient zich aan. Bij de dichters van lang(er) geleden zien sommigen hun bijdrage(n) in het boek verdwijnen, waaronder Bertus Aafjes bijvoorbeeld. 

 

Wie haalt al dan niet de selectie? Deleu verwijst naar Herman de Coninck die al veel eerder stelde dat "Een schoon gedicht niet meteen ook een goed gedicht is." Hij is er zelf na al die jaren ook achter gekomen. "Nu let ik toch meer op het vormelijke aspect."

 

En ja, er zijn wel degelijk nieuwe tendenzen in onze poëzie: vrouwelijke dichters zijn meer prominent aanwezig, er waait geen optimistische wind door de hedendaagse poëzie, lieftallige verzen zijn ver te zoeken en dichters van nu hanteren een veelheid van vormen. 

gepost 05/01/2021

'Poëzie is een vonkend huwelijk tussen inhoud en vorm.' 

Maud Vanhauwaert

Vertel anderen over ons.